Inventarisnummer: | 10515 | |
---|---|---|
Beschrijving: | ||
Maalsteen; lopersteen met kropgat en twee inkepingen. Het maalvlak heeft een concave vorm. De bovenzijde is vlak en voorzien van twee gaten voor de bevestiging van de trekbomen; gewicht: 116 kg; vondstomstandigheden: Op de bodem van waterput S4199 in werkput 3 is een complete maalsteen (V5862; Ø 0,77 m) van tefriet aangetroffen, die hoogstwaarschijnlijk na de plaatsing van de ton gedeponeerd is. De ongelijke dikte van deze loper kan de oorzaak zijn van afdanking als maalsteen of dat deze niet als zodanig is gebruikt. Mogelijk dient deze maalsteen indien de put als waterput bedoeld is om wellend zand tegen te houden. Een gebruik als filter tegen vervuiling of zout is niet waarschijnlijk. De maalsteen sluit wel goed af tegen de binnenkant van de geplaatste ton, maar het spilgat van 18 cm in het midden zou dit gebruik teniet doen. Bovendien is tefriet niet geschikt als filter, deze steensoort slibt dicht en moet bij dit gebruik regelmatig schoongemaakt worden.De maalsteen kan ook een ander primair gebruik gediend hebben. Gezien de goede afsluiting hiervan met de houten ton is een keldertje bijvoorbeeld een functie waar men aan kan denken. Echter een meer dan 1,50 m diep en een ruim 0,8 meter breed keldertje is niet zo praktisch. De maalsteen is afgedekt met een slibachtige vullingslaag (vulling 12) zonder vondsten. Meer van dergelijke Romeinse maalstenen zijn bekend, maar eigenlijk nooit in de perfecte staat waarin dit exemplaar verkeert. De twee inkepingen aan weerskanten van het kropgat en de concave vorm van het maalvlak maken duidelijk dat het hier een lopersteen betreft: de bovenste, draaiende maalsteen. De bovenzijde van de lopersteen is vlak en voorzien van twee gaten voor de bevestiging van de trekbomen voor de aandrijving en de kaar, die het te malen graan bevatte. Tefriet is bij uitstek geschikt voor maalstenen omdat de structuur is opgebouwd uit goed bewerkbare harde vulkanische steen vermengd met minuscule luchtbelletjes. Tijdens het slijten komen telkens nieuwe gaatjes aan het poreuze maaloppervlak, waardoor het maalvlak scherp blijft. | ||
Periode: | Romeinse tijd midden: 70 - 270 nC |
|
Datering: | 250-300 (complexdatering) | |
Voorwerp: | Maalsteen:ligger/loper | |
Materiaal: | Tefriet | |
Gaafheid: | Heel | |
Afmetingen: | 77.0/17.5/- | |
Vindplaats: | Voorburg Arentsburghlaan AAC 2007-2008 | |
Gevonden door: | Amsterdams Archeologisch Centrum (AAC) | |
Literatuur: | 2014, Voorburg-Arentsburg, een Romeinse havenstad tussen Rijn en Maas, 558 ISBN: 9789078863793 De onderste steen boven, |
|
Bruikleen: | Uitgeleend aan: Provincie Zuid-Holland |
Prehistorie
Romeinse Tijd
Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Nieuwe Tijd
Topvondsten