De provincie Zuid-Holland beschermt haar historisch en archeologisch erfgoed.

De provincie Zuid-Holland beschermt haar historisch en archeologisch erfgoed.

De provincie Zuid-Holland beschermt haar historisch en archeologisch erfgoed.

De provincie Zuid-Holland beschermt haar historisch en archeologisch erfgoed.

Terug naar overzicht

17e eeuwse luxe: een spreeuwenpot

16 augustus 2021

Objectgegevens: Spreeuwenpot, Nieuwe Tijd A, gevonden in Brielle

Heb je wel eens spreeuwensoep op tafel gezet? Of een lekkere stoofpot met reiger voorgeschoteld gekregen? Dat is nu ondenkbaar, maar soms komen we vondsten tegen die ons herinneren aan een periode waar we diverse vogelsoorten als lekkernij beschouwden. Maar men moest ze wel eerst vangen. Zo werden in de 17 eeuw spreeuwen gevangen met een zogenaamde spreeuwenpot.

In het provinciaal archeologisch depot hebben we een vrijwel compleet exemplaar, gevonden tijdens een opgraving op een voormalig kloosterterrein in Brielle aan de Burgemeester van Sleenstraat. In 1572 werd het klooster verlaten en werd het eigendom van de stad Brielle. Het gebouw kreeg een nieuwe invulling als commandeurshof. 

Tijdens archeologisch onderzoek in 2016 zijn meerdere beerputten aangetroffen. Hiermee is een inkijkje in het leven van de bewoners ontstaan. In het geval van beerput 3, waar de spreeuwenpot is gevonden, gaat het om bewoners van een welgestelde middenklasse uit de periode 1600 - 1650. Dit weten we door het hoge aantal restanten van Nederlandse Majolica en Aziatisch porselein. Beide luxegoederen in deze periode. 

Deze spreeuwenpot is een ronde pot gemaakt van ongeglazuurd roodbakkend aardewerk. De potten doen op het eerste oog denken aan een fles met een ronde bodem. Ze zijn voorzien van een lange hals, een gat in de zijkant met bijpassend deksel en een klein oog op de buik. 

Een spreeuwenpot werd aan het oog aan de gevel van een huis gehangen en was aantrekkelijk voor spreeuwen om zich daar in te nestelen. Aan het eind van de broedperiode werd er een stokje door de ingang gestoken, zodat de ouders de jonge spreeuwen nog wel konden voeren, maar de jonge spreeuwen niet uit konden vliegen. Als de spreeuwen eenmaal op het juiste gewicht waren, kon via het gat aan de zijkant de jonge vogels uit de spreeuwenpot worden gehaald, om vervolgens klaargemaakt en opgegeten te worden.

Het gebruik is veelvuldig vastgelegd zoals door Jan Mandijn op het schilderij de verzoeking van de heilige Antonius en op het schilderij Winterlandschap met schaatsers van Hendrick Averkamp waar een gevel zichtbaar is waaraan meerdere potten zijn bevestigd. Ook in een gedicht van Jacob Cats word gerefereerd aan het gebruik. In Galathea, of Herdersklacht word uitvoerig beschreven hoe vogels gevangen konden worden:

“Met een netjen, met een strick,
Met een uyltjen, op een krick,
Met een boge, met een buys,
Met den spreeupot aan het huys,
Met een slagh, of vogel-lijm,
Op den minsthoop, in den rijm,
Met een weynigh kruyt en loot,
Vanght men vogels kleyn en groot”

Spreeuwenpotten zijn nog steeds te koop als nestpot. Spreeuwen vangen mag echter niet meer, omdat spreeuwen beschermde vogels zijn. Maar uit de vondst blijkt dat het een delicatesse was voor de welgestelde klasse van Brielle.

Op dit moment is deze spreeuwenpot onderdeel van de tentoonstelling Beleef de 80 jarige oorlog in Historisch Museum den Briel

Inventarisnummer: 35594

foto: ADC ArcheoProjecten

 

 

 

Terug naar overzicht