29 september 2022
Het origineel van dit artikel is gepubliceerd op: geschiedenis van Zuid-Holland
Op het eerste gezicht niet zo spannend, zo'n stukje vuursteen. Maar wat is de vuurstenen spits eigenlijk? Waar werd het voor gebruikt? En kan het ons iets vertellen? Een archeologisch stuk vuursteen kan ons van alles kan vertellen over de technologie, het dieet, de contacten van de gemeenschap waarin deze lang geleden werd gebruikt.
Deze vuurstenen spits is gevonden in de Alblasserwaard. Nu bestaat dit gebied uit polders, dijken en dorpjes, maar zo’n 5500 jaar geleden zag het landschap er heel anders uit. Dat was in de tijd van het mesolithicum (middensteentijd, ongeveer 10.000 v.Chr. tot 5.300 v.chr.) Toen woonde hier een gemeenschap op een donk, een rivierduin, die we nu kennen als de Polderweg in Hardinxveld-Giessendam. Deze vuurstenen spits is hier een overblijfsel van.
Vol met gebruikssporen
Allereerst kan de spits ons iets vertellen over de technologie en activiteiten tijdens het Late Mesolithicum in Nederland. Vuursteen werd voor van alles gebruikt; om te snijden, krabben, schrapen, boren of om te jagen.
Onder de microscoop zijn er op deze vuurstenen gebruikssporen te zien en soms minuscule restjes van een ander materiaal waarmee de steen in contact is geweest. Zo kunnen archeologen aflezen of de vuursteen gebruikt is voor het bewerken van bot, gewei, planten, leer, hout of voor een ander doeleinde. Zo weten we dat de meeste spitsen die zijn gevonden op de Polderweg zijn gebruikt als pijlpunten, maar niet uitsluitend daarvoor.
Het bewerken van vuursteen
Je begint met een vuursteen. Met een aambeeld en klopsteen (of een ander hard voorwerp) werden er steeds stukjes van afgeslagen, de zogenoemde afslagen. Soms is dat een heel lang stuk vuursteen, een kling, die je bijvoorbeeld kan gebruiken als mes. Andere afslagen zijn breed en rond en kunnen gebruikt worden als krabber. Een klein stukje vuursteen met scherpe punt is geschikt als pijlpunt of als gereedschap om gaatjes te boren. Soms is een stuk vuursteen direct bruikbaar en moeten alleen de randen nog wat bijgewerkt worden, dat kan door heel gericht met een ander stuk steen hierop te slaan om zo er stukjes vanaf te breken.
Contacten met andere gemeenschappen
Ten tweede vertelt de afkomst van het vuursteen ons iets over de relaties met andere gemeenschappen die de bewoners van “Hardinxveld” hadden. Zo komt een deel van het vuursteen uit het kustgebied, maar ook uit de Maasregio. Een aantal van de gevonden vuurspitsen wijzen op contacten met vroege boerengemeenschappen uit het Belgisch-Limburgs-Rijnlandse lössgebied. Ook bestonden er waarschijnlijk relaties met Midden en Noord-Nederland. Het is lastig om te bepalen wat de aard van deze contacten was. Reisde de Polderweg-gemeenschap zelf veel op en neer tussen verschillende gebieden? Of bestonden er uitwisselingsnetwerken?
Kortom, dit kleine stukje vuursteen biedt ons inzicht in het soort activiteiten en relaties van de volkeren in het laat-Mesolithische tijdperk. Aan de “Polderweg” leek het volk te vissen met fuiken en jaagden ze op klein wild. Vanaf ongeveer 5500 v.Chr. woonden hier complete huishoudens tijdens het voor- en najaar. De bewoners waren geen boeren; ze leefden als jagers en verzamelaars. De gemeenschap leefde waarschijnlijk niet geïsoleerd, omdat onder andere de pijlspitsen laten zien dat er al vroeg contacten bestonden met boerengemeenschappen in de lössstreken in Nederland en België.